Lezing van Bas van der Vlies

Verleden, heden en toekomst van de SGP

Op 16 januari 2015 was oud-Kamerlid Bas van der Vlies te gast op een avond van de SGP-j/SGS Staphorst. Centraal stond het verleden, het heden en de toekomst van de SGP.

Geschiedenis

Bijna honderd jaar geleden, in 1918, werd de SGP opgericht en daarmee is de SGP nu veruit de oudste politieke partij. De oprichter van de partij was ds. G.H. Kersten. De directe aanleiding tot de oprichting was het algemeen kiesrecht. Kersten was hiervan een tegenstander en rook zijn kans om de achterban te mobiliseren door een politieke partij op te richten. De achterban stemde deels liberaal of anti-revolutionair en een deel bracht geen stem uit. Niet stemmen vond Kersten laksheid en ongeïnteresseerdheid vanwege belang van de politiek, dat waren verloren stemmen. Wel had Kersten er begrip voor om niet te stemmen op het liberale of het anti-revolutionaire kamp.vandervlies1

In 1918 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Kersten wilde graag met de verkiezingen meedoen en riep daarom in der haast een partij in het leven: de Staatkundig Gereformeerde Partij. De partij werd snel samengesteld omdat de aanloop tot de verkiezingen kort waren. De partij kwam uit met als lijsttrekker dhr. Leeman, een bakker uit Vriezenveen, die Kersten goed kende. De verkiezingen van 1918 werden geen succes, de aanlooptijd was te kort en Leeman was niet bekend bij het publiek. In 1922 moest er een man van naam de lijst aanvoeren: Kersten zelf. Hij werd gekozen tot eerste Tweede Kamerlid voor de SGP. In 1926 kwam er een tweede zetel bij waarop ds. Zandt plaats nam. In 1929 voegde dhr. Dis zich bij het tweetal. In de Tweede Kamer is tot op de dag van vandaag het zetelaantal nooit meer dan drie geweest. De inhoudelijke drijfveer van de eerste SGP-mannen was het terugroepen van land en volk tot de beginselen van Gods Woord.

In de jaren ’80 ontstond de indringende vraag over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid: de wijze waarop en de mate waarin je beschikbaar bent. Toen werd er gesproken over de ‘Staphorster variant’, de welkome aanvulling van de SGP, RPF en GPV op  het CDA en de VVD. De SGP heeft gemeend ‘ja’ te moeten zeggen en daarmee beschikbaar zijn voor regeringsverantwoordelijkheid, maar niet tot elke prijs.

Van der Vlies heeft dit zelf een keer ervaren met Balkenende en Zalm, hij heeft toen samen met Rouvoet van de CU gesprekken gevoerd over deelname aan het kabinet. Het alternatief was D66 die aanvankelijk afwijzend stond tegenover deelname aan het kabinet. Na een D66-congres wilde D66 wel meedoen. De VVD had voorkeur voor D66 boven CU en SGP en het CDA moest toen noodgedwongen hierin meegaan. Volgens Van der Vlies is het achteraf gezien de vraag of deelname van de SGP überhaupt wel gelukt was, want er waren nog grote hobbels te nemen.

Heden

In de huidige situatie, januari 2015, steunen D66, CU en SGP de coalitie op bepaalde terreinen en krijgen zij er wat voor terug. Ze zijn niet verantwoordelijk voor het totaalbeleid, maar alleen op deelterreinen. Van der Vlies vindt de gedoogvariant best aantrekkelijk. Er zijn moeilijke afwegingen met betrekking tot het landsbelang, gepaard gaand met het doen van concessies, maar niet tot elke prijs. Dat hebben Van der Staaij en Slob ook aangegeven.

Maar deze situatie duurt niet meer zo lang. De te verachten uitslag van de provinciale verkiezingen maakt het waarschijnlijk dat de samenstelling van de Eerste Kamer verandert en dat het daarmee afgelopen is met de gedoogconstructie van D66, CU en SGP. Men zal de SGP dan laten vallen, omdat de partij niet meer nodig is.

Tegenwoordige staat meer het pragmatische centraal dan het getuigen. Het is een heel andere tijd dan 1918, toen was Nederland nog een gedoopte natie. Nu helaas niet meer, de helft van ons land is ongedoopt. Eén op de vijf Nederlanders gaat nog naar kerk. Dat heeft consequenties voor de hedendaagse politieke situatie en daarmee voor het beleid; het is niet meer haalbaar godsdienstige kwesties aan de orde te stellen. Vroeger heeft Kersten nog met een communist een debat gevoerd over het bijzondere karakter van de zondag, dat bij Olympische spelen in Amsterdam ter discussie stond. Dat was tekenend voor de tijd van toen, nu is dat niet meer mogelijk. Van der Vlies moest tijdens zijn zitting in de kamer aan collega-Kamerleden uitleggen wat het geloof inhield.

T
oekomst

Volgens Van der Vlies is de toekomst ongewis. Wel maakt hij zich zorgen over Nederland. Wanneer ons land verder gaat op de huidige weg, zonder rekening te houden met God en Zijn geboden, is er geen verwachting.

De teleurstelling overheerst over na meer dan 90 jaar politieke deelname. Er is geen meerdere erkenning van Gods Woord, dat is te zien aan zaken zoals het homohuwelijk, euthanasie en abortus.

 

Naar aanleiding van vragen

De parlementaire democratie houdt in dat de meerderheid bepaalt. Maar wat doet de meerderheid er mee? Onlangs is de Bijbel uit het parlement verdwenen. Dit is zeer betreurenswaardig, aangezien de Statenvertaling tot stand is gekomen op last van de Staten Generaal. Het verdwijnen van de Bijbel uit het parlement is mede het gevolg van Wilders’ aantijgingen tegen de Koran. Wilders wilde dat de Koran verdween uit het parlement. Anderen begonnen toen over de Bijbel. Wel is bijzonder dat de Nederlandse twee-euromunt nog het randschrift ‘God zij met ons’ draagt. Zalm heeft, op verzoek van Van der Vlies, het randschrift op deze euromunt laten zetten. Zalm heeft zijn rug recht gehouden in de storm van kritiek die volgde toen dit doordrong tot de tegenstanders.

Van der Vlies is niet bang voor Wilders. Wilders heeft gelijk in bepaalde standpunten over moslims. Hij heeft Nederland wakker geschud. Volgens Van der Vlies moet de zonde worden bestreden, maar moet mild worden gehandeld met de zondaar (naar ds. Zandt). Dit doet Wilders niet. Na de moord op de spotboef Van Gogh werd een debat gehouden. In het fractie-overleg van de SGP mocht de Bijbel opengeslagen worden bij Romeinen 12 waar Paulus schrijft: ‘Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen’ (vers 18). Dit is nog steeds verassend actueel.

Er zijn mensen die islam en christendom over één kam scheren. Hoe moet onze houding hierin zijn? Als eerste is het belangrijk om in het gebed God om leiding te vragen. Daarnaast is het goed om eerlijk onze overtuiging te uiten en de verschillen te duiden. Wij moeten uitstralen dat we de Heere dienen, net zoals de eerste christenen. Dat dwingt respect af. De houding van christen hoort op te vallen. In het boek Zacharia staat dat heidenen zochten met Israël op te trekken om te profiteren van Gods zegen over het volk. De levenshouding en levensstijl is belangrijk. We dienen een leesbare brief van Christus te zijn.

Van der Vlies kijkt op zijn periode terug met gemengde gevoelens. Op zekere ogenblikken mocht dankbaarheid overheersen om het werk te kunnen doen in goede gezondheid. Maar de grote processen gaan door, daar is Van der Vlies teleurgesteld over, want wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Deze realiteit voltrekt zich. Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen… Mogen wij daar ook een aandeel in hebben?